G
Gemengd bedrijf
De teelt van groentes, kruiden en bloemen is verbonden met de veehouderij. Melkveehouder Gerlof Pronk is trots op deze samenhang:
“De Naoberhoeve is een gemengd bedrijf met melkvee, groenteteelt, varkens, kippen en een prachtige theetuin waar we allerlei bloemen en kruiden telen. In de tuin verbouwen we wel veertig soorten gewassen. Ook hebben we altijd een paar hectare graan. Dat is voer voor de koeien. Ze krijgen niet alleen de graankorrels maar ook de stengel. Zo is het krachtvoer en ruwvoer ineen. Elk jaar telen we een hectare venkel. Dat is een geweldig gewas binnen het gemengde bedrijf: we oogsten de venkelknollen voor de groothandel en het loof gaat naar de koeien. Ze vinden dat niet alleen heerlijk maar het is ook supergoed voor hun melkproductie. Vrouwen die borstvoeding geven, kunnen dat beamen: anijs en venkel is goed voor de melkkwaliteit. De koeienmest gaat natuurlijk terug naar het land. Onze koeien staan ’s winters in een potstal op een dik bed van strooisel. Het mengsel van strooisel en mest geeft een boost aan het bodemleven. En hoe meer wormen en bodemdiertjes, des te vitaler en vruchtbaarder de grond is. Een gemengd bedrijf betekent voor mij dat we onze kringlopen zo goed mogelijk sluiten. We gebruiken wel grondstoffen van buitenaf maar die halen we dan zoveel mogelijk uit de directie omgeving. Het strooisel in de koeienstal bijvoorbeeld is versnipperd riet en gras uit de omringende natuurgebieden. Gaaf, toch?”
Gras en kruiden
Koeien zijn dol op een gevarieerde maaltijd. Wytze Brandsma legt uit:
“Koeien eten graag gevarieerd. Dat komt goed uit want in mijn grasland groeien wel 110 plantensoorten, dat is giga veel. Klaver is lekker zoet, die eten de koeien als eerste op. Daarna is de zuring aan de beurt en vervolgens de andere kruiden en grassoorten.”
Gemengde bedrijfsvoering
Joop Wantenaar in Soest houdt in elk opzicht van diversiteit:
“Ik heb niet anders geweten dan dat ik boer zou worden. Vanaf het moment dat ik kon lopen, hobbelde ik achter mijn vader aan mee naar de koeien. In 1992 heb ik het bedrijf van mijn ouders overgenomen en zes jaar later heb ik het omgeschakeld naar biologisch. Ik heb mijzelf niet gespecialiseerd tot koeienboer. Ook in mijn werk houd ik van diversiteit. In de loop der jaren hebben we allerlei nevenactiviteiten ontwikkeld. We zijn een zorgboerderij en hebben drie dagen per week cliënten die meehelpen. Daarnaast hebben we een groentetuin opgezet, verhuren we de verbouwde schaapskooi voor bijeenkomsten en kunnen mensen bij ons in het weiland boerengolf spelen. Ik run het bedrijf samen met mijn vrouw Corine. Ik doe voornamelijk de veehouderij en het machinewerk en Corine coördineert de sociale activiteiten. Toen ik het bedrijf destijds van mijn ouders overnam, zag het er economisch niet zo rooskleurig uit. Ik heb het toch gedaan omdat ik mijn hart wilde volgen. Het was hard werken maar ik heb mijn droom kunnen waarmaken.”