Een grote biodiversiteit houdt de koeien weerbaar en gezond. René Bor legt uit:

“Wij hebben een grote diversiteit aan wilde planten, insecten, vogels en dieren op en rond de landerijen. Deze biodiversiteit is een gevolg van onze manier van werken. Het begint ermee dat we extensief bemesten. In ons grasland krijgen kruiden en bloemen zo de kans om tot groei en bloei te komen. Ook doen we aan mozaïekmaaien: in het gemaaide weiland laten we eilandjes met lang gras staan. Die variatie in graslengte is goed voor de weidevogels: in het korte gras zoeken ze voedsel, in het hoge gras kunnen ze schuilen. Het voorjaar vind ik het mooiste seizoen. Dan gaan de koeien naar buiten en staat het weiland vol paardenbloemen en vergeet-me-nietjes en zijn er volop weidevogels. Ik heb geen favoriete soort maar geniet van het plaatje als geheel. Een grote biodiversiteit hoort bij de biodynamische landbouw. Hoe diverser het onder en boven de grond is, des te complexer en weerbaarder het systeem. Al die beestjes en planten houden elkaar in evenwicht. We hebben wel muizen en plaag-insecten maar nooit zoveel dat ze schade aanrichten. Voor de koeien is een grote biodiversiteit in het grasland ook heel goed: met een gevarieerde maaltijd kunnen zij zich makkelijk gezond houden. We hebben wel eens een zieke koe maar met het aanbod aan kruiden kunnen ze het meestal zelf oplossen en hoef ik niet in te grijpen met medicatie.”